De Nul-groep in beweging <<<

Het werk van Anneke Klein Kranenbarg vertoont niet alleen verstilde beweging, het is welhaast kenmerkend voor de kunsthistorische ontwikkeling van de 20ste eeuw die gekenmerkt werd door verandering en beweging. Werd rond de eerste wereldoorlog de kunstwereld in beroering gebracht door invloeden van mechanische beweging ic. machines, mechanische aandrijvingen en nog wat later de auto, voor met name Italiaanse kunstenaars was dat een reden zich van de stoffige oude kunst zoals zij die ervoeren te distantiëren.


De zich Futuristen noemende beweging zocht het in snelle en glanzende objecten, licht en geluid moesten een extra dimensie hieraan geven.
Ook Franse en Russische kunstenaars zochten naar nieuwe wegen in de kunst. Voortrekkers van deze beweging in het Parijs van die tijd waren oa. Picasso die samen met Braque het kubisme had geïntroduceerd, Gepoogd werd niet alleen de visuele vorm te presenteren maar tevens de aanzichten vanuit andere zichthoeken om aldus een driedimensionaal beeld te verschaffen.
Zowel de futuristen als kubisten hadden een vorm van beweging in de kunst gebracht. De futuristen via de suggestie van beweging, de kubisten door perspectivische ruimte te suggereren.

Zonder de invloeden van het kubisme zouden dadaïsme, surrealisme, constructivisme noch conceptuele kunst zijn ontstaan.
De verschrikkingen van de eerste wereldoorlog deden algemeen een verlangen ontstaan naar harmonie in de kunst, door gebruik van vormen die volgens de kunstenaars ten grondslag lag aan het heelal.

Doordat in oorlogstijd contacten met de in de Franse hoofdstad levende kunstenaars nagenoeg onmogelijk waren, ontwikkelde zich in Nederland een volstrekt eigen stroming door Van Doesburg opgericht, de Stijl geheten. Deze stroming was stevig in de Nederlandse traditie verankerd met zijn bij uitstek calvinistische wortels van soberheid en het ontbreken van iedere opsmuk.
De kunstwerken lieten dus geen gemoedstoestand van de kunstenaar te zien, maar wezen de weg naar waarheid en zuiverheid, door abstracte vormen toe te passen, rechte lijnen en heldere kleuren.

Ook in Duitsland ontwikkelde zich een verwante stroming, zij het dat deze stroming wat later op gang kwam en uiteindelijk aan internationale betekenis won.
Zoals de mechanisatie en de daarmee samenhangende eerste wereldoorlog zijn invloed niet miste op de kunstwereld, zo kwam na de tweede wereldoorlog de kunstwereld opnieuw tot de overtuiging dat alles anders moest. De Cobra beweging was daar het antwoord op.

Ook Jan Schoonhoven onderhield in de jaren ’50 contacten met de Cobra-groep.
Enige jaren later begon hij reliëfs uit papier-maché te vervaardigen en was hij medeoprichter van de Nederlandse Informele Groep. Enige jaren later was hij medeoprichter van de Nul-groep die aansluiting vond bij de internationale Zero beweging. De Nul-groep zette zich af tegen de Cobra-beweging teneinde de kunst van emotionele waarde te ontdoen, derhalve ook wel objectieve- of concrete kunst geheten.
Zo omschreef Jan Schoonhoven ooit de uitgangspunten van zijn werk. Het mocht geen persoonlijke gevoelens of blijken van individuele voorkeuren vertonen. Het persoonlijke stempel van de kunstenaar op zijn kunstwerk wees hij af en het objectieve en onpersoonlijke werd als ideaal gesteld.
Deze opvattingen werden gerealiseerd door elementaire vormen op gelijkwaardige wijze op en naast elkaar te plaatsen, daarmee ieder vorm van subjectiviteit vermijdend.

De geraffineerdheid van de lijnen, de rijen en de vormen waaruit deze werken zijn samengesteld, zijn ondergeschikt aan dit spel van het licht, daarmee beweging suggererend. De belangrijkste taak van Zero is de werkelijkheid van zijn meest fundamentele zijde te tonen, van de werkelijkheid van de materialen in de meest fundamentele wijze.

De objecten van Anneke Klein Kranenbarg voldoen bij uitstek aan de uitgangspunten van de Nul-beweging zoals hiervoor beschreven. Door uit te gaan van deze eenvoudige basis principes bekleedt zij met haar werk op haar geheel eigen wijze een plaats in de Nederlandse kunst die decennia eerder met de Stijl was begonnen en zo de kiem legde voor het onstaan van de Nul-beweging enige decennia later. Door het driedimensionaal gebruik van lijnen, rijen en wiskundige vormen vertoont haar werk alle kenmerken van beweging die met de invalshoek van de kijker mee verandert. Hierin gaat haar werk een stap verder dan de objecten van de Zero-beweging waar een suggestie van beweging slechts ontstaat uit de verandering de invalshoek van het licht en de daarmee veranderende schaduwwerking.



Hans Fuchs, 2009 kunstverzamelaar

<<<