Kubus in Omtrek 2005 <<<

‘Van voren gezien zijn dit twee rechthoeken die door twee rechthoeken worden verbonden, maar beweeg je je hoofd, ga je door je knieën, loop je van links naar rechts dan zie je veel meer vormen. Het werk beweegt als je zelf beweegt, maar op foto kan je dat niet vastleggen. Het gaat om de beweging die je als toeschouwer zelf veroorzaakt. Voor kunst geldt bijna altijd dat je het in het echt moet zien, maar bij mijn werk geldt dat zeker. Het zijn ruimtelijke tekeningen, twee en driedimensionaal.

In feite zijn het draadstructuren in plexiglas, waarbij het profiel onderdeel uitmaakt van de constructie. Het driedimensionale beeld ontstaat doordat er twee platen zijn, maximaal vier centimeter van elkaar. In die platen boor ik gaatjes, waarna ik met draad de punten verbind.
‘Wat je ziet is echt, ook al lijkt het illusie. Ik probeer de vanzelfsprekendheid te doorbreken. Vergelijk het met een grasveld, waarbij het gras er egaal uitziet.  Kijk je beter dan zie je dat geen enkele grasspriet gelijk is. Het werk straalt van voren eenvoud uit, vanaf de zijkant gezien is het complexer. Ook al is mijn thema beweging, vaak gaat het om actie-reactie; eenvoud en complexiteit; totaliteit en details; ruimte en beperking.


Meestal begin ik met tekenen en probeer ik vervolgens het resultaat te visualiseren. Ik kom vaak een heel eind, maar kan lang niet alles overzien. Er gebeuren ook dingen die ik niet van tevoren heb bedacht.
‘Met deze kubusvorm ben ik nu zo’n vijf jaar bezig. Ik werk in serie, maar ondanks dezelfde vorm is geen enkel werk identiek. Dat heeft te maken met de ruimte tussen de twee platen plexiglas. Ik ben geneigd mijn grenzen te verleggen en wil meer ontdekken, alsof ik hoop op een plek te komen die grenzeloos is.Naarmate je je meer met één vorm bezighoudt, wordt hij steeds boeiender.

Zoals bij het grasveld. De basis daarvan is hetzelfde, maar bekijk je het goed dan is het telkens anders. Ik zoek de diepte in plaats van de breedte. Met weinig materiaal wil ik zo veel mogelijk uitbeelden.‘Wat mij fascineert is de wetmatigheid, maar tegelijkertijd probeer ik die te doorbreken. Elke geometrische vorm heeft een ander karakter en een andere uitstraling. Je begint je ook te beseffen dat wij mensen snel genoegen nemen met wat we zien, terwijl er zoveel te zien ís. Ik blijf bijvoorbeeld verwonderd over hoeveel verschillende gezichten er zijn, allemaal opgebouwd uit ogen, neus en een mond, elk met een eigen karakter

De vorm geeft veel mogelijkheden, maar tegelijkertijd wil ik me beperken tot één vorm zoals een kubus of een lijn. In die ene kubus en die ene lijn, zoek ik. Daarbij laat ik me ook leiden door muziek. Muziek voelt als zielsverwant aan mijn werk, vooral de muziek van Simeon ten Holt.
‘Een compositie bestaat uit fragmenten, losse tonen en klanken, die je niet gelijktijdig, op één moment kunt horen Door hun specifieke opbouw ontstaat de melodie. Simeons muziek werkt ook met herhalingen, met subtiele veranderingen. Wat hij met één melodie doet, doe ik met één vorm. Mijn ode aan zijn muziek – het Visueel Partituur – bestaat uit 94 composities van elf parallelle lijnen (recht van voren gezien), ongelooflijk complex, zoals de muziek. 

Sandra Jongenelen, Journalist 2007

<<<